Ervaringsverhalen van pleegkinderen en geadopteerden:
Valse start, de gevolgen van een verstoorde jeugd, Szabinka Dudevsky | Lemniscaat 2013
De Adoptiemonologen, Marina van Dongen | Scriptum Psychologie 2013
‘Er is een groot verschil tussen hoe ik mijn jeugd beleefde, en hoe ik er nu op terugkijk. Achteraf zie ik dat ik veel emoties heb geblokkeerd om goed te kunnen functioneren, maar dat heb ik als kind nooit zo ervaren. Het was gewoon een gegeven: mijn broer en ik waren kinderen van onze ouders en toevallig kwamen we uit Griekenland, klaar.’
Het zijn de eerste woorden in een interview met de uit Griekenland geadopteerde Jan Willem Mulder (25) in De Adoptiemonologen. De verschillen tussen de ervaringen in de jeugd en die in de volwassenheid vormen een rode draad in veel verhalen in het recent verschenen boek ‘De Adoptiemonologen‘; eenendertig geadopteerden zijn in dit boek door Marina van Dongen geïnterviewd over hun adoptiegeschiedenis en hoe zij daar nu, in de volwassenheid, mee omgaan. Het zijn stuk voor stuk confronterende verhalen waar het verdriet en de pijn over het afgestaan-zijn op allerlei manieren zichtbaar wordt. Jan Willem Mulder is een van die dertig geïnterviewden. Hij verwoordt wat ik in veel verhalen lees: om echt te kunnen rouwen, moesten zij volwassen worden. Dat is wat ik ook lees in de ervaringsverhalen in het boek ‘Valse start, de gevolgen van een verstoorde jeugd‘, geschreven door Szabinka Dudevsky. Zij interviewde zestien pleegkinderen die inmiddels volwassen zijn.