Sla over naar de inhoud

FAQ / over mijzelf

Waarom heb je Wereldkind en De Adoptiedialoog geschreven?
Omdat deze boeken er nog niet waren en ik ze nodig had voor de opvoeding. Toen wij onze adoptiekinderen ophaalden, werd ik geraakt door het verhaal over hun verleden. Ik wilde weten hoe ik het adoptieverhaal het beste aan mijn kinderen kon vertellen en hoe ik hen in de loop van hun leven het beste kon helpen met hun adoptieverdriet.

Waarom heb je ook een boek over rouwverwerking geschreven?
Als geadopteerden en pleegkinderen in hun leven vastlopen, gaat het mijns inziens in essentie veelal om rouw. Vaak zijn er verliesgevoelens uit de jeugd die nog onvoldoende aandacht hebben gehad. Het kan bevrijdend en rustgevend zijn om over die verliezen te rouwen.
Ik heb er bewust voor gekozen om er een praktisch boek van te maken waar (jong) volwassenen zelf mee aan de slag kunnen. De overgrote meerderheid van alle mensen lukt het om zelf een verlies te verwerken en ik denk dat dat ook voor veel geadopteerden en pleegkinderen geldt. Ouders kunnen hun kinderen hierbij helpen en als je volwassen bent kunnen vrienden, familie of lotgenoten je steunen.

Hoe ben je aan je kennis over rouw gekomen?
Tussen 2011-2013 heb ik me gespecialiseerd in Verlieskunde. Ik heb toen geleerd dat het ‘omgaan met verlies’ voor ieder mens essentieel is. Dat heb ik tijdens de opleiding ook zelf ervaren. Ik verloor mijn zusje op mijn dertigste, en pas op mijn vijftigste leerde ik hierover echt te rouwen. Ik voelde me daarna veel meer in balans; het heeft me op heel veel fronten rust gegeven.

Kunnen jonge adoptie- en pleegkinderen ook tot een volwaardig rouwproces komen?
Kinderen rouwen anders dan volwassenen. Dat komt ondermeer doordat zij cognitief en emotioneel nog niet volwassen zijn. Maar dat hoeft geen hindernis te zijn, in feite rouwt iedereen naar draagkracht. Het ene kind voelt al jong een sterk gemis, het andere kind is meer op de toekomst gericht en denkt er in de kindertijd niet zo over na. Het is belangrijk dat ouders verbinding blijven maken met het verleden van hun kinderen, zodat zij hun levensgeschiedenis kennen en kunnen vasthouden.
Verder is het voor kinderen helpend als ouders zelf voldoende hebben gerouwd om hun eigen verliezen; ze zijn dan meestal vrijer om te kijken naar het aanwezige verdriet van hun kind. Ik schreef hierover eerder een artikel in het Wereldkinderenmagazine: ‘Wie zelf durft te rouwen, durft zich ook te verbinden met het verdriet van zijn kind.

Hoeveel kinderen heb je?
Drie. Ze zijn alledrie in China geboren.

Wat vind je het mooiste aan het ouderschap?
Mijn kinderen houden mij iedere dag een spiegel voor. Zij leren mij hoe essentieel het is dat ik zelf ‘heel’ ben. Pas dan kan ik vrij naar ze kijken en ze onvoorwaardelijk liefhebben. Hun komst heeft een onbeschrijfelijke verrijking gegeven aan mijn leven en aan mijn persoonlijke ontwikkeling.

Ben je nu als ‘deskundige’ een betere opvoeder?
Ik ben me altijd heel bewust van de valkuilen in de opvoeding, maar daarmee is een ‘goede’ opvoeding helaas niet gegarandeerd… Ik ben ook maar een mens en er gebeuren in mijn leven net zo veel dingen die ik niet in de hand heb en waar ik soms ongelukkig of gefrustreerd van word. Ik heb dus net als iedereen periodes waarin ik meer en minder energie heb. Maar als ik onredelijk ben of ‘fouten’ maak, probeer ik daar wel aanspreekbaar op te zijn. Ik denk dat dat belangrijk is. Zo leren mijn kinderen dat iedereen wel eens fouten maakt, en dat je daar als mens iets van kunt leren. Onlangs zei iemand tegen mij: ‘Ik heb de laatste tijd zoveel geleerd van mijn fouten, dat ik overweeg om er nog een paar te maken’. Ik moest toen heel erg lachen. Ik vind het bevrijdend als je zo tegen fouten maken aan kunt kijken.

Wat maakt jou gelukkig?
Een knuffel of een schaterlach van mijn man of een van mijn kinderen. De eerste lentedag. Een wandeling in de natuur maken, een inzicht krijgen, inspiratie voelen stromen. Daar krijg ik wortels én vleugels van.