Sla over naar de inhoud

Categorie: verlies en rouw

Begrip, grootste cadeau voor kind met trauma

De Zuid-Afrikaanse hechtings- en traumadeskundige dr. Renée P. Marks werkt al ruim dertig jaar met getraumatiseerde adoptie- en pleegkinderen. Volgens haar zijn de adoptieouders de belangrijkste personen bij het verwerken van vroeg trauma. Wat is trauma precies en waarom is het zo belangrijk voor adoptiekinderen dat het ‘gezien’ wordt? Lees hier het interview dat ik met haar had voor het Adoptiemagazine.

Een volwassen generatie rouwt en geeft betekenis

Ervaringsverhalen van pleegkinderen en geadopteerden:

Valse start, de gevolgen van een verstoorde jeugd, Szabinka Dudevsky | Lemniscaat 2013
De Adoptiemonologen, Marina van Dongen | Scriptum Psychologie 2013

‘Er is een groot verschil tussen hoe ik mijn jeugd beleefde, en hoe ik er nu op terugkijk. Achteraf zie ik dat ik veel emoties heb geblokkeerd om goed te kunnen functioneren, maar dat heb ik als kind nooit zo ervaren. Het was gewoon een gegeven: mijn broer en ik waren kinderen van onze ouders en toevallig kwamen we uit Griekenland, klaar.’

Het zijn de eerste woorden in een interview met de uit Griekenland geadopteerde Jan Willem Mulder (25) in De Adoptiemonologen. De verschillen tussen de ervaringen in de jeugd en die in de volwassenheid vormen een rode draad in veel verhalen in het recent verschenen boek ‘De Adoptiemonologen‘; eenendertig geadopteerden zijn in dit boek door Marina van Dongen geïnterviewd over hun adoptiegeschiedenis en hoe zij daar nu, in de volwassenheid, mee omgaan. Het zijn stuk voor stuk confronterende verhalen waar het verdriet en de pijn over het afgestaan-zijn op allerlei manieren zichtbaar wordt. Jan Willem Mulder is een van die dertig geïnterviewden. Hij verwoordt wat ik in veel verhalen lees: om echt te kunnen rouwen, moesten zij volwassen worden. Dat is wat ik ook lees in de ervaringsverhalen in het boek ‘Valse start, de gevolgen van een verstoorde jeugd‘, geschreven door Szabinka Dudevsky. Zij interviewde zestien pleegkinderen die inmiddels volwassen zijn.

Wie zelf durft te rouwen, durft zich ook te verbinden met het adoptieverdriet van zijn kind

Als mensen zich niet veilig voelen, bouwen ze voor hun hart een ophaalbrug. Zodra ze een verwonding oplopen, halen ze die brug op. Op zich is dat niet erg, het kan helpen bij het genezingsproces. Maar het risico bestaat dat de brug gaandeweg het leven steeds vaker opgehaald blijft. Op zo’n moment hebben we geen verbinding meer met onszelf, terwijl dit broodnodig is om in contact te blijven met onze kinderen: een neergelaten ophaalbrug is de zuurstof voor de liefde die het ouderlijk hart doet stromen. Alleen dan kan een kind veilig in en uit lopen. Voor adoptiekinderen is dat extra belangrijk.

Op weg naar huis

Op weg naar huis

Jan Michael, Lemniscaat, 2007, ISBN 9056379834, 13,95 euro

Het tienjarige jongetje Sam woont in een stad in Malawi; hij heeft zijn ouders verloren aan aids en moet nu met zijn tante mee naar het platteland. Alles wat hem lief was, moet hij achterlaten: zijn computer, zijn school, zijn stadse gewoontes. In het dorp van zijn tante, waar zijn moeder ook geboren is, is alles veel primitiever, er is zelfs geen electriciteit. Hoewel hij hier veel neefjes en nichtjes heeft, voelt Sam zich bij zijn tante heel eenzaam. Hij mist zijn moeder, en het stadse leven.

Moeder nummer nul

Moeder nummer nul
Marjolijn Hof, Querido, ISBN 978-90-451-0725-7, 10 +

‘Mijn schema kreeg twee moederhokjes. In het ene hokje schreef ik: moeder 1, dat was mijn eerste moeder. In het andere hokje schreef ik: moeder 2, dat was mijn moeder van nu. Ik kreeg meteen spijt. Mijn moeder van nu was plotseling nummer twee geworden. Snel, voordat de juf het kon lezen, gumde ik alles uit en vulde de hokjes opnieuw in. In het eerste hokje schreef ik: moeder 0. In het tweede hokje: moeder 1.’